Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vonnis

betekenis & definitie

Vonnis - rechterlijke uitspraak in een geding (rechterlijke beslissingen op verzoekschriften worden beschikkingen genoemd). Alle vonnissen moeten de gronden inhouden, waarop zij berusten en in strafzaken de wettelijke voorschriften, waarop de veroordeeling rust, aanwijzen. De uitspraak geschiedt met open deuren (art. 161 Grw.). De vonnissen worden opgemaakt in raadkamer (art. 28 R. O., art. 60 Regl. I). De President doet daarbij hoofdelijke omvraag, te beginnen met den commissaris of rapporteur, zoo die er is, en vervolgens aan de verdere leden, van den jongst benoemden tot den oudsten; zelf brengt hij het laatst zijn advies uit (art. 26 R. O.). Wanneer er meer dan twee verschillende gevoelens worden uitgebracht, moet het vonnis worden opgemaakt op de wijze, die het meest overeenkomt met het gevoelen van de meerderheid (art. 27 R. O.). Zie verder voor vonnissen in strafzaken artt. 209-227 Sv., voor vonnissen in burgerl. zaken artt. 44-66 Rv. en wat uitspraken van scheidsmannen betreft artt. 636-645 Rv. — De burgerl. rechter moet van ambtswege de rechtsgronden aanvullen, welke niet door de partijen mochten zijn aangevoerd (art. 48 Rv.). Vonnissen hebben in het algemeen alleen kracht tusschen partijen en haar rechtverkrijgenden, hetgeen niet wegneemt, dat ze ook de belangen van derden kunnen raken.

Vandaar, dat aan derde-belanghebbenden de bevoegdheid is gegeven door voeging of tusschenkomst in het geding invloed op het vonnis uit te oefenen of door middel van verzet tegen een vonnis, dat hun rechten benadeelt, op te komen. Vonnissen betreffend den staat van personen, gewezen tegen dengene, die wettiglijk bevoegd was om den eisch tegen te spreken, zijn van kracht tegen elk en een iegelijk (art. 1957 B. W.). Een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, waarbij iemand wegens eenig feit tot straf is verwezen, geldt in een burgerl. geding als een bewijs van dat feit, behoudens tegenbewijs (art. 1955 B. W.). Indien iemand van een hem te laste gelegd feit is vrijgesproken, kan die vrijspraak bij den burgerl. rechter niet worden ingeroepen om een eisch tot schadevergoeding af te weren (art. 1956 B. W.). In strafzaken kan de bij vonnis opgelegde straf, ook wanneer ze uit boete of verbeurdverklaring bestaat, niet tegenover de erfgenamen van den veroordeelde worden ten uitvoer gelegd (art. 75 Sr.), behalve in belastingzaken (art. 418 Sv.). — Tegenstrijdigheid van burgerl. vonnissen, tusschen dezelfde partijen en op dezelfde door partijen aangevoerde gronden gewezen, kan leiden tot cassatie (art. 427 Rv.) of requeste civiel (artt. 382, 394 Rv.). — Zie voor de onderscheiding der vonnissen in burgerl. zaken in eindvonnissen, incidenteele, interlocutore, praeparatore en provisioneele vonnissen op elk dier woorden. Zie ook AUDIENTIEBLAD, EXECUTIE, EXPEDITIE, GEWIJSDE, MINUUT, VOORLOOPIGE TENUITVOERLEGGING, enz.