Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jacobakannetje

betekenis & definitie

Jacobakannetje, - uit aarde op de draaischijf vervaardigde kannetjes met langen hals en oor, smallen buik en op geknepen voet. Deze kannetjes zijn in grooten getale gevonden o.a. in de gracht van het kasteel Teylingen en kregen daardoor in den volksmond den naam „Jacobakannetjes”, naar Jacoba van Beyeren, die dit kasteel bewoonde. In werkelijkheid heeft men hier te doen met gewoon gebruiksaardewerk der 14e en 15e eeuw, zooals dit ook herhaaldelijk op schilderijen is afgebeeld (bv. bij Bouts). Het werd veel vervaardigd in en om Keulen, gewoonlijk zonder glazuur, hoewel ook exemplaren met een bruine zoutglazuur gevonden zijn.

< >