Inflatie - prijsopdrijving door groote vermeerdering van betaalmiddelen. Een dergelijke prijsopdrijving werd vooral in de zeventiger jaren der 19e eeuw in Amerika door velen (de zgn. Inflationists) als heilzaam verdedigd, daar zij den handel verlevendigt en den schuldenlast verlicht.
In het algemeen echter wordt i. als een kwaad beschouwd ; zij doet de waarde der vaste inkomsten dalen en ontneemt aan loonsverhoogingen geheel of gedeeltelijk haar nuttig effect. Veeleer zal er naar moeten worden gestreefd aan het geld een zoo groot mogelijke waardevastheid te geven. — Hoewel de oorzaken van algemeene prijsstijgingen steeds moeilijk zijn te bewijzen, is het wel duidelijk, dat de enorme prijsstijgingen, welke in en na den Wereldoorlog in alle landen (in het bijzonder in Rusland, Duitschland en Oostenrijk, maar ook elders, hebben plaats gehad, voor een belangrijk deel aan de matelooze uitgifte van papiergeld, dus aan infl., zijn te wijten.