Houbraken - (Amold), geb. te Dordrecht 1660, gest. te Amsterdam 1719, Nederl. schilder, prentkunstenaar en vóór alles biograaf der Nederlandsche kunstenaars. Voor het nageslacht is dit werk van het grootste belang. Het verscheen onder den titel De groote Schouburgh der Nederlandsche Kunstschilders en -schilderessen te Amsterdam, dln. I en II in 1718 door hem zelf te Amsterdam uitgegeven, dl.
III eerst in 1721 na zijn dood. Een tweede uitgave dateert van het jaar 1753. Dit boek is een van de meest betrouwbare berichten omtrent onze Nederlandsche kunstenaars in de 17de eeuw, daar H. als onpartijdig man de gegevens mededeelde, die hem over de kunstenaars bekend waren. Zijn werk als prentkunstenaar staat op gelijk niveau met dat der vele illustratoren uit de 17de eeuw. In 1678 werd hij lid van het gilde te Dordrecht, verhuisde in 1709 naar Amsterdam, waar hij veel voor den boekhandel werkte, o. a. den bijbel van G. Hoet en van der Mark illustreerde. In 1713 is hij eenige jaren in Engeland werkzaam.
Zijn nalatenschap werd in 1720 te Amsterdam verkocht, waarbij zich 30 schilderijen van zijn hand bevonden. De musea te Aken, Amsterdam, Frankfurt, Kopenhagen, Londen, Schleiszheim, Turijn en Weenen (Galerie Liechtenstein) bezitten werken van hem. Opgave van teekeningen en prenten bij Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon. Litt.: Dr. C. Hofstede de Groot, Arnold Houbraken’s Groote Schouburgh.