Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Handschoen

betekenis & definitie

Handschoen - In het algemeen moeten bij de voltrekking van een huwelijk beide partijen in persoon voor den ambtenaar van den burgerlijken stand verschijnen (133 B.W.). Het staat echter aan den Koning vrij, om uit hoofde van gewichtige redenen, aan partijen te vergunnen het huwelijk door een bijzonderen bij authentieke akte gevolmachtigde (zgn. met den handschoen) te mogen voltrekken (134 B. W.). Van deze mogelijkheid wordt voornamelijk gebruik gemaakt bij huwelijken tusschen personen, waarvan de eene hier te lande, de ander in onze Oost verblijf houdt. De bepaling is aan het Oud-Hollandsche recht ontleend. — Indien de lastgever, vóór dat het huwelijk voltrokken is, wettig met een ander mocht zijn in den echt getreden, zal het huwelijk met den handschoen als niet geschied worden beschouwd (134 B.W.).

< >