Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Handelsvennootschap

betekenis & definitie

Handelsvennootschap - Volgens art. 14 K. erkent de wet drie soorten van vennootschappen van koophandel, n.I. die onder een firma, de commanditaire venn. en de naamlooze venn. Dit sluit niet uit, dat ook voor handelsondernemingen een andere vorm van samenwerking mogelijk is. Zoo kent het Wetb. v. Kooph. zelf nog de reederij (320 K.), de onderlinge waarborgmaatschappijen, tontines enz. (286, 308 K.), die zich alle op handelsgebied (47 en 410 K.) bewegen. Ook de handeling voor gemeene rekening is, althans indien eenig kapitaal wordt ingebracht, als h.v. aan te merken.

De coöperatieve vereeniging kan volgens art. 1 der betreffende wet zoowel een handelsals burgerlijk doel beoogen. Zelfs een burgerlijke maatschap (1655-1689 13. W.) kan zeer wel een handelsonderneming drijven. — Of de vorm der in het Wetb. van Kooph. genoemde h.v. voor andere ondernemingen dan handelsondernemingen mag worden gebezigd, is een punt van strijd. Kan b.v. voor een burgerlijke onderneming de vorm eener naamlooze vennootschap worden genomen? De praktijk beantwoordt deze vraag bevestigend. Dat daardoor de onderneming nog geen handelsonderneming wordt, werd 7 Febr. 1889 door den H. R. beslist (W. 5692). Vennootschappen onder een firma voor het verrichten van daden die niet zijn handelsdaden, zooals het aannemersbedrijf, komen veelvuldig voor.

< >