Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hahn (albert)

betekenis & definitie

Hahn (Albert), geb. 1877 te Groningen, gest. 1918, leerling van de Kunstnijverheidsschool en van de Academie te Amsterdam; de meest bekende karikaturist uit dezen tijd, Steeds had hij te vechten tegen zijn zwakke gezondheid, maar toch is zijn productiviteit zeer groot geweest. Behoorende tot de S. D. A. P. teekent hij veel voor het „Volk”; vele prenten van hem verschenen in de Notenkraker; ook in de Hollandsche Revue, ’t Duidelijkst is in zijn werk de invloed van den Simplicissimus te bespeuren; zijn werk is steeds krachtig; men voelt, dat hij zijn onderwerp doorleeft. Men zou bet in vier groepen kunnen splitsen: de Kuyper-prenten, de geestig-scherpe, methodische karikatuur; zijn illustreerwerk (Rembrandtboekje) en zijn oorlogsprenten. Litt.: Alb.

Plasscbaert, 19e Eeuwsche Holl. Schilderkunst; N. Gids 1918n, Elzevier 1918 II, Holl. Revue 1918 en Soc. Gids 1918.

< >