Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grieg

betekenis & definitie

Grieg - (Edvard Hagerup), belangrijke figuur in de geschiedenis der Skandinavische—spec. Noorsche—toonkunst. Gr., geb. 1843 te Bergen en ald. 1907 overl., toonde reeds zeer jong groote muzikale gaven; 1858 ging hij naar Leipzig om daar zijn muzikale studiën aan het conservatorium te voltooien. Een bezoek aan Kopenhagen in 1863, bracht hem onder den invloed van Gade en Hartmann, en hij zou waarschijnlijk in hunnen trant zijn blijven schrijven, wanneer niet een jong, sterk vooruitstrevend toonkunstenaar, Rikard Nordraak, hem een anderen weg had gewezen.

Gr. erkent zelf, dat hij door N. op den weg, dien hij gaan moest, gebracht is, doordat deze hem het karakter van de Noorsche volksmuziek heeft doen kennen. Van toen af vormde die volksmuziek een voornaam bestanddeel van de werken van Gr. Als componist heeft hij zich op elk gebied bewogen, behalve dat van de Opera en het groote Oratorium. Zijn reputatie heeft hij voornamelijk gevestigd door zijn eerste viool-sonate, zijn piano-concert, de muziek bij Peer Gynt van Ibsen en zijn talrijke liederen. Wel moet worden toegegeven, dat de muziek van Grieg, door een gemis aan contrapuntische bewerking, en door het ietwat eenzijdig aanwenden van de Noorsche klankkleuren, niet vrij van eentonigheid is; aan den anderen kant bezit zij zooveel poëtische eigenschappen, en is zij in rythmiek en harmoniek vaak zóó belangwekkend, dat reeds daardoor hare populariteit verklaarbaar is. — Zijn echtgenoote Nina Gr. geb. Hagerup was een zangeres van talent; zij heeft veel bijgedragen tot de bekendmaking van zijn liederen. De Noorsche regeering kende Gr. in 1874 een jaargeld toe van 1600 kronen; 1894 benoemde de Universiteit te Cambridge hem tot Mus. Dr. h. c.

< >