Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bracht

betekenis & definitie

Bracht - (Tieleman van), of Bragt, Nederl. geleerde, geb. te Dordrecht 1625, langen tijd leeraar der doopsgez. gemeente in zijn geboorteplaats, beoefende bovendien de oude en nieuwe talen, wijsbegeerte, sterrenkunde, kerkelijke geschiedenis; hij overleed in de omgeving van Moordrecht, 1664; hij schreef: Het bloedige tooneel der Doopsgezinde en weerlooze Christenen (1660); Schole der zedelijke deugd, geopend voor de Christenjeugd, vele malen herdrukt, enz.