Goens - (Rycklof van), geb. 1619 te Rees (Hertogdom Cleve), kwam in 1629 te Batavia, klom op tot koopman in dienst der O.I. Comp. en werd vele malen als gezant naar Ind. vorsten gezonden, o. a. naar den vorst van Mataram; in verschillende betrekkingen diende hij daarna de Comp. als commissaris en commandeur over de vloot, veroverde hij een aantal Portugeesche schepen en overwon de Portugeezen in de nabijheid van Goa (Eng.-Indië). In 1657 na een kort verblijf in Nederland weer in Indië teruggekeerd, werd hij benoemd tot commissaris, superintendent, admiraal en veldoverste over de kusten van Indië, Coromandel, Ceylon enz., in 1660 tot Gouverneur van Ceylon, in 1676 tot eersten Raad en Directeur-Generaal, in 1678 tot Gouv.-Generaal. Vóór zijn benoeming had hij zich naam gemaakt door overwinningen op Portugeezen en Franschen; onder zijn bestuur werd de opstand van Troena Djaja op Java bedwongen, de Panëmbahan van Giri (Grisee) op Java onderworpen en Ternate veroverd. Hij trad in 1681 af en stierf 1682 te Amsterdam.
Zijn zoon, R. v. G. Jr., in 1642 geb., werd na verschillende betrekkingen in dienst der Comp. te hebben vervuld, in 1678 door H.H. Zeventienen benoemd tot Commissaris-Gen. over geheel Indië; de Ind. regeering evenwel was daarmede niet ingenomen, en bood hem de betrekking aan van superintendent, admiraal en veldoverste in de Molukken, die hij van de hand wees; hij vroeg ontslag, keerde naar Holland terug, wrerd in 1684 tot raad-ordinair benoemd, kwam in 1686 in Indië terug, werd pres. v. h. college van schepenen te Batavia, en overl. in 1687 op de terugreis naar Nederland.