Gheyn - (Jacob de), geb. te Antwerpen 1665,overl. 1629 te Den Haag, schilder en graveur.Eerst opgeleid voor glasschilder, voltooide hijwerken zijns vaders. Daarna 1685—1587 leerlingvan Hendrik Goltzius, wiens mededinger hijspoedig werd; 1591 werkte hij te Antwerpen voorde Jezuïeten, 1593 te Amsterdam, 1598 te Leiden,1611 te Brugge, 1627 in den Haag. G. behoorttot die scherpteekenende, eenigszins academischgetinte kunstenaars, die aan de overgangsjarenvan de 16e en de 17e eeuw in Nederland heteigenaardig karakter geven. Met W. Buytewechis hij echter volstrekt geen eenzijdig Romanist,maar een kunstenaar, die veel motieven in eigenomgeving vond en daaraan een persoonlijkenstijl wist te schenken.
Men denke slechts aanzijn serie van soldaten van allerlei wapenen,die zoo populair geworden is, doordat zij invelerlei variatie werd gecopieerd op Delftschetegels van dien tijd. Hij vormde verscheideneleerlingen. Schilderijen te Amsterdam, Brugge.Teekeningen te Haarlem, Teyler-Museum,Weenen. Reeksen van prenten door hem ge-graveerd, ook naar ontwerpen van Goltzius,Abraham Bloemaert, Crispijn v. d. Broecke e. a. — Litt. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon.