Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-12-2018

Flint

betekenis & definitie

Flint - 1) het kleinste en N.-Oostelijkste graaf-schap van Wales, W.-Engeland, grenst aan deIersche Zee en wordt door het graafschapDenbigh in een grooter N.-Westelijk en eenkleiner Z.-Oostelijk deel gesplitst; opp. 660 K.M.2;

inw. Het uiterste N.O. langs de oeversvan de Dee, wordt ingenomen door een kleinelaagvlakte; overigens bestaat het graafsch.grootendeels uit heuvelland (tot 650 M. hoog).Aan den W.-oever van de Dee grenst eenongeveer 90 K.M.2 groot kolenveld. De heu-vels, die ten W. hieraan grenzen, bestaan, uitharde carbonische kalkgesteenten, die zilver,lood en zink bevatten. Over het geheel isde bodem van F. vruchtbaar; ruim 30% isbebouwd, 45 % bedekt met gras. De landbouwlevert rogge, haver, tarwe, wortelen en aard-appelen. Naast de runderteelt, die tot een aan-zienlijke fabricage van boter en kaas aanleidinggeeft, is ook de schapenteelt van belang. Verderemiddelen van bestaan zijn de mijnbouw enmetaalindustrie. De hoofdstad van F. is Mold.— 2) stadje in het gelijkn. graafsch. aan dentrechtermond van de Dee, aan de spoorlijnvan Chester naar Holyhead; 4800 inw.; kleinehaven; fabrieken van chemicaliën en in de om-geving kolenmijnen en loodsmelterijen.