Embolie - de verstopping van een bloedvat door een daarin gekomen vreemd lichaam of lucht. Virchow, die het eerst dit proces nauwkeurig bestudeerde, noemde het medegevoerde lichaam een embolus, en het proces zelve e. Bij den mensch bestaat de e. meestal uit stukjes geronnen bloed of vezelstof, z. g. thromben, die zich door eenigerlei oorzaak in het bloedvaatstelsel of in de holten van het hart gevormd hebben, door eene toevallige beweging of aandoening zijn los geraakt en voorts door den bloedstroom worden medegevoerd. Soms zijn het ook deeltjes van verkalkte of ontstoken hartkleppen of toevallig in het bloed geraakte parasitaire plantaardige of dierlijke organismen(echinococcen, enz), alsook vetdruppels (vetembolie),bij beenziekten in het bloed doorgedrongen,of lucht, bij operaties in de aderen ingezogen(luchte ), die deze afwijking veroorzaken. De weg, welken een zoodanige embolus in het bloed-vaatstelsel inslaat, wordt door het anatomisch verloop der vaten bepaald.
De uit de lichaams-aderen afkomstige embolie geraakt door de holle aderen en de rechter harthelft in de long-slagaderen en de long, om hier op eenig punt te blijven steken, terwijl de in de linker harthelft gerakende of ontstane emboli in de slagaderen van den grooten bloedsomloop kunnen doordrin-en; het menigvuldigst zetten zij zich dan af in milt en de nierslagader, in sommige hersen-slagaderen of in de vaten van het hart zelf. Dee. verstopt het vat, waarin hij steken blijft in mindere of meerdere mate, heft daardoor de bloedcirculatie in het betrokken deel op, veroorzaakt zoodoende versterf, verweeking, of het z. g. haemorrhagisch infarct. Wanneer een embolus uit geïnfecteerd materiaal bestaat, veroorzaakt hij een embolisch of metastatisch abces.De verschijnselen der e. zijn al naar de beteeke-nis van het betrokken orgaan zeer verschillend;gewoonlijk treden plotseling en geheel onverwacht belangrijke functiestoornissen op. Zoo kan bij e. eener grootere hersenslagader eene plotselinge verlamming van het door dat gedeelte verzorgde lichaamsdeel optreden; bij eene. in een hartslagader een plotselinge hartverlamming; bij e. der vaten van het netvlies plotseling blindheid; bij e. der groote long-slagader hevige benauwdheid of zelfs stikking.Aan de ledematen veroorzaakt e. der grootevaten hevige pijn en groote koude.
