Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Elout (C. P. J.)

betekenis & definitie

Elout (C. P. J.), zoon van den volgende, geb. 1795 te Haarlem; vergezelde als kapitein zijn vader naar Indië, en werd in 1820 aan het hoofd gesteld van het Dep. voor de Inl. zaken, dat o.a.tot doel had het beoefenen der Inl. talen; in die betrekking bewerkte hij (in het Fransch en het Nederl.) de Mal. spraakkunst en het Mal. woordenboek van Marsden. In 1830 werd hij luit.-kol.en benoemd tot res. en milit. kommandant op de W.-kust van Sumatra; onder zijn bewind werd de Padri-opstand gedempt (1832); later ondernam hij nog een met succes bekroonde expeditie naar de Lampongs en kreeg in 1839 met den honor. rang van gen. majoor zitting in den Raad van Indië. Overl. 1843.

< >