Ecthlipsis - (taalk.), wegvallen van een consonant tusschen andere consonanten. Wanneer verschillende consonanten na elkaar uitgesproken worden, komt één ervan licht niet tot duidelijke articulatie, vooral wanneer de omgevende cons.van overeenkomstigen aard zijn. B. v. uit vondnis ontstond vonnis, uit Indogerm. septmontstond Got. sibun, Ned. zeven, uit Lat. punctus Ned.bont.
Zeer dikwijls doet het verschijnsel zich voorin samenstellingen en afleidingen en op het eind van een woord, dat in den zin onmiddellijk gevolgd wordt door een ander woord, dat met cons. begint. In het schrift wordt dan meestal de conson. geschreven, die in het spreken wegblijft. B.v. kers(t)boom, kers(t)mis, nes(t)je, Utrechse (U-trechtsche), dan krijg je de res(t) vanzelf, dat kan men allermins(t) gelooven.