don
Zie Donald
Wiktionary (2019)
don - Zelfstandignaamwoord 1. een Spaanse, Portugese, Braziliaanse en Italiaanse betiteling, afgeleid van het Latijnse dominus Synoniemen heer
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
1 [Sp., van Lat. dominus = heer] eretitel (vóór de naam) van voorname mannen. 2 [lt., van Lat. dominus = heer] eretitel (vóór de naam) van geestelijken en aristocraten.
drs. L.A. Beeloo (1981)
1. een rivier in het zuiden van de Sovjetunie, lang 1967 km. Ze ontspringt ten zuidoosten van de stad Toela, en mondt in een delta uit in de zee van Azov; 2. (Ital./Sp.) = Heer, b.v. Don Giovanni.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
(ontstaan uit Lat.: dominus, heer) is een titel, die in Spanje aan maatschappelijk hooggeplaatste personen gegeven wordt eu in Italië aan geestelijken (zie ook Dom).
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
1. schenking, begiftiging; geschenk, gift; offer, gave, aanleg, eigenschap; 2. Don, heer [titel]; don des langues, gave der talen [v. de Apostelen]; aanleg voor talen; don de la parole, redenaarstalent; faire don de, schenken; recevoir en don, ten geschenke krijgen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: