Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Definitie

betekenis & definitie

Definitie, - 1) (logica), begripsbepaling, is het aangeven van datgene, wat in een begrip gedacht wordt, in zoover dit voor bepaalde doeleinden gewenscht of noodzakelijk is, dus: het aangeven van den inhoud van een begrip. Daar een begrip aan een woord verbonden is, wordt dus bij een definitie door een volzin (oordeel, waarin het te bepalen begrip, het definiendum, subject is) uitgedrukt, wat een woord beteekent, hetzij in het gewone spraakgebruik hetzij in de wetenschap. — Met vele woorden van de gewone taal korrespondeeren voorstellingen, die in een definitie niet scherp gefixeerd kunnen worden, b.v. steen, beleefd, staan, liggen, maken enz. Het is voor de behoeften der praktijk ook niet noodig, den inhoud der meeste begrippen duidelijk en volledig aan te geven. Anders wordt het b.v. in de rechtspraak, in disputen en in de wetenschap.

Van den aard der laatste hangt het af, welke rol de definities in haar spelen. Bij de wiskunde b.v. is het anders dan bij de empirische natuurwetenschap. In elk geval moet iedere wetenschap den inhoud der begrippen, waarmee zij werkt, in zooverre nauwkeurig aangeven, dat de onbepaaldheid er van geen storenden invloed op het onderzoek kan uitoefenen. — Aangaande de beteekenis der def. heerscht nog groote oneenigheid en onklaarheid, omdat men zich vaak houdt aan de aristotelische logika, terwijl de daarbij noodwendig behoorende metafysika niet meer aanvaard wordt. — Men pleegt te onderscheiden: nominale en reale def., d. i. def. van namen en van zaken. Bij de eerste wordt aangegeven, welke beteekenis men in !t algemeen aan een zekeren term hecht, of in welken zin men zelf dien term wil gebruiken. De zaak-definitie daarentegen zal de essentieele kenmerken aangeven van de voorwerpen, die onder een begrip vallen, den omvang daarvan uitmaken. Maar kent men van eenig voorwerp der werkelijkheid het „wezen”? Blijft het niet de taak der wetenschap, dat wezen steeds meer te benaderen? — Aristoteles leert, dat de def. moet geschieden door het naast hoogere begrip en het soortelijk verschil (genus proximum en de differentia specifica), b.v. bij een ruit: parallelogram en de gelijkheid der zijden, bij een mensch: dier en redelijk (of het vermogen om te lachen bezittend), enz.

Want door de gelijkheid der zijden onderscheidt zich de ruit van het parallelogram, door het bezit der rede (of van het lach-vermogen) de mensch van andere dieren. Die naast hoogere begrippen moeten dan, als het noodig is, weer op dezelfde wijze gedefinieerd worden, totdat men komt aan begrippen, die niet verder behoeven gedef. te worden of voor geen verdere def. vatbaar zijn. — Een def. is foutief als zij is: 1) te eng (b.v. metalen zijn elementen, die bij gewone temperatuur vast zijn; hier valt het kwikzilver niet onder); 2) te wijd (diagonalen zijn rechte lijnen, die twee hoekpunten van een veelhoek verbinden; hier zouden ook de zijden onder vallen); 3) abundant (b.v. evenwijdige lijnen zijn de zoodanige, die dezelfde richting en overal gelijken afstand hebben). Verdere fouten zijn de cirkel-def. of diallele (dia allelön, door elkaar) of idem per idem (hetzelfde door hetzelfde), wanneer A door B, B door C, en C weer door A gedefinieerd wordt, en het nauw hiermee verwante husteron proteron (het laatste 't eerst), v. een grootheid is datgene, wat voor vermeerdering of vermindering vatbaar is (m.a.w. wat grooter of minder groot worden kan) en de tautologie, wanneer bij de def. hetzelfde woord (in dezelfde of een andere taal) gebruikt wordt, v. de levenskracht is de kracht, waarop het leven berust, verbeeldingskracht is het vermogen der fantazie. Verder mag een def. niet door louter negatieve kenmerken geschieden (b.v. een punt is, wat geen deelen heeft), of door optellingen en indeelingen (b.v. deugden zijn waarheidsliefde, moed, trouw), of zich bedienen van beelden en duistere uitdrukkingen. — 2) (wiskunde), bepaling en omschrijving van een nieuw-ingevoerd begrip, bijv.: de hoogtelijn van een driehoek is de loodlijn, die men uit een hoekpunt op de overstaande zijde kan neerlaten, gemeten van het hoekpunt tot het snijpunt met de overstaande zijde. Een definitie mag niet aanleiding geven tot tegenstrijdigheden, nòch in zichzelf, nòch met betrekking tot reeds vroeger gegeven definities; bijv. de definitie: de rechte lijn is de kortste verbindingslijn tusschen twee punten is verkeerd, omdat het begrip „kort”, dat in de definitie voorkomt, het begrip„afstand”, dus weer het begrip „rechte lijn”, vooropstelt.