Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cumberland

betekenis & definitie

Cumberland - 1) het Noordwestelijkste graafschap van Engeland, tusschen do Solway Firth en de Morecambe-baai aan de Iersche zee; 4000 K.M2; 266.000 inw. Behalve de vlakke N.W. kust, behoort C. tot de hoogste en koudste, doch ook gezondste deelen van Engeland. Uit de tot laat in het voorjaar met sneeuw bedekte bergvlakten der Caldbeck Fells in het Z.O. verheffen zich steile bergtoppen ter hoogte van ruim 900 M. C. is rijk aan korte, diepe rivieren en kleine meren. In de dalen wordt de grond goed bebouwd; op de bergweiden wordt schapenteelt gedreven.

De Edenrivier deelt C. in een N. O. en een Z.W. deel; in het eerste ligt de Penninische keten met den Cross Feil (892 M.); in het laatste liggen de Cumbrische bergen met hunne meren en watervallen. De bodem bevat: steenkool, ijzer, lood, zilver, zink, koper en graphiet, marmer, enz.; de ontginning dezer delfstoffen is het hoofdmiddel van bestaan; bovendien heeft het graafschap veel industrie in wollen, katoenen en linnen manufacturen; de handel heeft hoofdzakelijk met Ierland plaats. Hoofdstad is Carlisle; andere steden zijn Whitehaven, Keswick, Workington, Cockermouth, Maryport, Penrith.

2) stad in den staat Maryland, in ’t 0. der V. St., aan den linkeroever van den North-Potomac, aan het kanaal van de Chesapeake-Baai naar de Ohio en aan de spoorlijn van Pittsburg naar Washington; 22.000 inw. C. ligt in het centrum van steenkolen en ijzermijnen; heeft ijzer, glas- en cementfabrieken en handel in hout.
3) rivier in de V. St. van N.-Amerika; zij ontspringt op de Cumberlandbergen in het Z. deel van den staat Kentucky. Ze is een der belangr. zijrivieren van de Ohio, 950 K.M. lang en door kanalisatie tot aan Burnside over een afstand van 830 K.M. voor stoombooten bevaarbaar.