Cort

betekenis & definitie

Cort (Frans de), Vlaamsch dichter, geb. 1834 te Antwerpen, werd mede-redacteur van het liberale dagblad „De Grondwet”, in 1858 hoofdredacteur van de „Schelde”, huwde in 1860 met een dochter van den dichter Dautzenberg en werd in 1861 secretaris van den auditeur-generaal bij het milit. gerechtshof te Brussel, welke betrekking hij tot zijn dood, 1878, bekleedde; zijne nu eens vroolijke en luimige, dan teedere en gevoelvolle gedichten werden bijeenverzameld in de bundels Liederen (2 dln., 1859), Zing-zang (1866), Liederen (een ongeveer volledige verzameling zijner gedichten, 1868); verder vertaalde hij vele gedichten van Burns, die hij onder den titel De schoonste liederen van Robert Burns (1862) in het licht gaf; van 1861 af redigeerde hij het door zijn schoonvader opgerichte tijdschrift „De Toekomst, tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, taal- en letterkunde”. 30 Juni 1900 werd in zijn geboorteplaats een standbeeld voor hem opgericht. Een volledige uitgave zijner werken verscheen in 1912 te Antwerpen; zij werd bezorgd door een dochter van den dichter, Mevrouw De Wildeman en ingeleid door Prof. Paul Fredericq.