Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gerechtshof

betekenis & definitie

Gerechtshof - Sinds 1876 zijn er 6 gerechtshoven. De zetels ervan zijn te Den Bosch, Arnhem, Den Haag, Amsterdam en Leeuwarden. Tot het rechtsgebied van ieder dier hoven behooren resp. de arrondissementen, wier hoofdplaatsen liggen in N.-Brabant en Limburg, in Gelderland en Overijsel, in Z.-Holland en Zeeland, in N.Holland en Utrecht, en in Friesland, Groningen en Drente (60 R.O.). Tot 1876 had iedere provincie haar eigen Gerechtshof. — De taak der hoven bestaat in hoofdzaak in de rechtspraak in hooger beroep (appèl) van de daarvoor vatbare vonnissen der Arrondissements-Rechtbanken, zoo in burgerlijke als in strafzaken (68 en 69 R.O.). — In eersten aanleg vonnissen ze, behalve in geval van Prorogatie (66 R.O.), slechts in Jurisdictiegeschillen (65 R.O.). — De procedure in hooger beroep voor de hoven is geregeld voor burgerl. zaken in artt. 332—358 Rv., voor strafzaken in artt. 228—251 Sv.

In geval van prorogatie is de procedure gelijk aan die bij de ArrondissementsRechtbanken in eersten aanleg (331 Rv ). Zie voor de Jurisdictie-geschillen aldaar. — Zie voor samenstelling enz. der hoven art. 2 der wet van 5 Juli 1910, Stb. 181, laatstel. gew. 17 Juni 1918, Stb. 394, en verder artt. 60—73 R.O., voor de verdeeling in Kamers artt. 89—91 Regl. I.