Codde

betekenis & definitie

Codde - (Petrus), medestichter van het Utrechtsche Schisma (Jansenisme), geb. 1648 te Amsterdam, overl. 1710 te Utrecht. Opgevoed bij de Oratiorianen, vroeg bevriend met de Jansenisten Hondt en Quesnel, werd hij 20 Sept. 1688 door Paus Innocentius XI tot Vicaris Apostolicus van Holland benoemd, 1689 gewijd tot titulair-aartsbisschop van Sebaste, weigerde reeds toen op aanraden van Arnauld en Quesnel de onderteekening van het formulier van Alexander VII. Persoonlijk onaantastbaar, bleef hij het Jansenisme vriendelijk gezind; werd daarom in 1700 naar Rome ontboden en na lange onderhandelingen en verdediging in 1702 gesuspendeerd en in 1704 afgezet. In verschillende geschriften zette hij zijn verdediging door (Defensio, Utrecht 1704; Denuntiatio apologetica, Utrecht 1706), tot hij stierf, onverzoend met de Kerk.