Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Clarissen

betekenis & definitie

Clarissen - Kloosterorde, genaamd de 2e orde van den H. Franciscus van Assissië, dien hij in vereeniging met de H. Clara* 18 Maart 1212 (gelofte-aflegging door de H. Clara) stichtte en tot 1217 leidde. Op verzoek van den Heilige werd (1218—19) de eerste regel vervaardigd door Kardinaal Ugolino van O'tia (later Paus Gregorius IX), onder slechts schijnbare aansluiting aan den regel der Benedictijnen. Een met betrekking tot de armoede verzachte regel gaf Innocentius IV (1247), bevestigde echter definitief (9 Aug. 1253) den 3en regel, gemaakt in navolging van den regel van de Franciscanen; deze schreef voor strenge armoede, clausura, voortdurend stilzwijgen en vasten. Een verzachting ervan door Urbanus IV (1263) werd bijna overal aangenomen, slechts eenige kloosters van Spanje en Italië (de eigenlijke C.) behielden de oorspronkel. gestrengheid.

Reformcongregaties werden gesticht door de H. Coleta (gest. 1447), den H. Petrus van Alcantara, en in aansluiting aan de Capucijnerorde. De C. zijn een contemplatieve orde, geven echter op vele plaatsen onderricht en wijden zich aan meisjesopvoeding. Hun kleederdracht: zwart of bruin wollen gewaad, met een koord omgord, zwarte (bij leekenzusters witte) sluier en sandalen. De orde verspreide zich even vlug als die der Minderbroeders, reeds sinds 1220 in Spanje en Frankrijk, 1233 in Bohemen; telde in 1600 in Duitschland 900 nederzettingen. Door de secularisatie werden vele kloosters vernietigd, in Oostenrijk alleen 19. In den nieuwsten tijd bestaan in ’t geheel slechts 170 kloosters: 62 in Italië, 47 in Frankrijk (grootendeels sinds 1903 verlaten), in Portugal 20, in België en Nederland 15 (o. a. Megen, Tilburg), in Pruisen 3, Beieren 3, Oostemijk 4. Het getal der leden bedraagt 9692. Van de leden der C. onder wie meer dan 150 vorsten- en koningsdochters, mogen hier genoemd worden de H. Elisabeth van Portugal (overl. 1336), de H. Coleta (overl. 1447), de H. Catharina van Bologna (overl. 1463), de H. Veronica Giuliani (overl. 1727), de zalige Margaretha van Lotharingen (overl. 1521) en Maria Agreda (overl. 1665), verder Charitas en Catharina Pirkheimer (overl. 1532 en 1563), de eerbiedwaardige Joh. Maria von Kreug (overl. 1673), Emanuela Therese (overl. 1750).

< >