Calvados - dept. van N.W.-Frankrijk, een deel van het voormalige hertogdom Normandië, het grenst ten N. aan het Kanaal; 5700 K.M.a, 6 arrondissementen, 396.000 inw.; hoofdstad is Caen, bisschopszetel te Bayeux, ressorteerende onder het aartsbisdom Rouaan. C. is over het geheel een hoogvlakte, met in het Z. heuvels van tusschen 300 en 400 M. hoogte; de kust valt ten deele steil (tot ruim 100 M. hoog) in zee af, en is ten deele met duinen bezet; langs de geheele kust vele klippen, die met zandig strand af wisselen; tusschen de monden van de Ome en de Vire ligt voor de kust een 26 K.M. lange en 4 K.M. breede rotsbank; de door de branding afgeronde klippen, Calvados genaamd, hebben aan het dept. den naam gegeven; deze bank steekt bij ebgetij hier en daar 1 Meter boven het water uit en is voor de scheepvaart zeer gevaarlijk. De bodem van het dept.
C. is, vooral in de weinig diepe dalen, zeer vruchtbaar, wordt besproeid door de kustriviertjes Touques, Dives, Ome, en slechts aan de kust, waar de badplaatsen Trouville, Dives en Cabourg liggen, zandig en ongeschikt om te worden bebouwd. Land- en tuinbouw, veeteelt, visscherij, linnen- en wol-industrie (Falaise, Livaret, Lisieux Yire) zijn in het algemeen de hoofdmiddelen van bestaan.