Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Broederschap

betekenis & definitie

Broederschap is een vrijwillige, door de kerkel. autoriteit opgerichte, onder haar toezicht staande vereeniging van geloovigen tot gemeensch. oefening van werken van niet algemeen gebodene godsvrucht en Christelijke liefde. De leden van een B. zijn niet door geloften gebonden en leiden geen gemeenschappelijk leven onder een regel; het uittreden staat hun ten allen tijde vrij en de statuten verplichten niet onder zonde. Als oudste leeken-B. geldt veelal die van de Gonfalonieri (vaandeldragers) te Rome, goedgekeurd in 1267. Doch reeds in 336 bestond te Konstantinopel een B. tot begeleiding en begraving van lijken, in ’t begin van de 5e eeuw te Alexandrië een voor de verpleging der pestzieken; spoedig B. tot godsdienstige doeleinden.

De voornaamste B. ontstonden in aansluiting aan Kloosterorden, zoo de B. van de Rozenkrans, het Scapulier. De kanonieke oprichting van een B. komt toe aan den bisschop van het diocees; hij heeft na onderzoek van doel en statuten zijn schriftelijk verlof voor de oprichting te geven; slechts met zijn toestemming kunnen veranderingen in de statuten worden aangebracht; hij heft zoo noodig een B. op; slechts bij uitzondering reserveert de Paus zich de oprichting van een B. of delegeert daarvoor een Ordes-generaal, welke laatste slechts met toestemming van den bisschop van zijn volmacht gebruik mag maken. Een B., door den Apostolischen stoel voorzien met de bevoegdheid andere met gelijken naam en doel op verschillende plaatsen bestaande B. met zich te verbinden, heet Aarts-B. Kanoniek opgerichte B. hebben kerkelijk corporatierecht, voor den Staat slechts dan, wanneer ze ook wettelijk door den Staat erkend zijn.