Bljzetteugel - dient om het paard te beletten, het hoofd verder uit te trekken dan de africhter wil. Gewoonlijk gebruikt men er aan weerszijden één. De gewone b. bestaan uit een lederen tusschenstuk met aan het eene uiteinde een gesp en langen stoot ter bevestiging aan den singel, aan het andere uiteinde een gesp met korten stoot ter bevestiging aan den trensring.
Het geheel is ± 1.75 M. lang. Dubbele bijzett. zijn langer en worden met het eene uiteinde aan den singel bevestigd, om daarna door de trensringen heen in de hand van den ruiter te worden gehouden. Seidler’s bijzett. is een teugel van ± 2.30 M. lengte en wordt met een uiteinde bevestigd aan den ring van het voortuig, loopt dan van onder naar boven door een kinstuk (d. i. een riempje, dat de ringen der kleine trens achter de kin van het paard met elkaar vereenigt) of wel achter door den neusriem, vervolgens door een op 0.40 M. van genoemd uiteinde op den teugel aangebrachten ring en wordt nu in eene der handen van den ruiter gehouden; is van nut bij paarden, die met het hoofd slaan.