Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Basaiti

betekenis & definitie

Basaiti (Marco), Italiaansch schilder, werkte te Venetië, 1500-1521. Hij teekent zijn werken met: Bosaïti, Baxaiti, Marcus Basitus of Baxiti; Vasari onderscheidt een zekeren Marco Basarini en Marco Basaiti, kent beiden echter schilderijen toe, die kennelijk van één meester n.l. M. B. zijn. Nog een ander kunstenaar, eveneens Venetiaan, teekenend: Marcho d. ioa. B. P., ’t geen waarschijnlijk beteekent Marcho (leerling van Johannes Bellini) pinxit, werd met M. B. verward, schijnt echter niet identiek (Madonna met zegenenden Christus te Stuttgart). M. B. was leerling van Alvise Vivarini; over zijn leven weet men weinig; hij schijnt van Grieksche afkomst te zijn. Het éérste werk, dat men hem althans grootendeels met zekerheid kan toeschrijven, is het altaarstuk in St. Maria dei Frari te Venetië. Luidens het opschrift toch begon Alvise Vivarini dit werk, maar moest M. B. het na den plotselingen dood van den laatste voltooien (1503). Aan de twee voorste heiligen, Sebastiaan en Hieronymus, is het trouwens te zien, dat zij niet tot den oorspronkelijken opzet behooren. Verder kent men nog twee belangrijke werken: „Jacobus’ en Johannes’ beroeping” (Venetië Academia) 1510 en „Gethsemane” 1510 (eveneens te Venetië Academia). Invloed van Carpaccio en Giov. Bellini, de beide meest bekende schilders van dien tijd te Venetië, is in dit werk van B. minder te bemerken dan die van zijn leermeester A. Vivarini, wiens harde teekening van plooien en omtrekken B. heeft overgenomen. Een herhaling van ’t éérste dezer werken, vindt men te Weenen, Hofmuseum (1515); !t meest belangrijk gedeelte is het landschap, waarvoor B. steeds een sterke voorliefde toont en dat hij met veel talent, echt Venetiaansch weergeeft. Met deze voorliefde hangt de keuze van zijn onderwerpen samen: „de Hl. Hieronymus, buiten”, „de Hl. Joris te paard”. Het éérste onderwerp vindt men ook door A. Vivarini, Cima da Conegliano, Lor. Lotto en andere Venetianen geschilderd; het tweede geval komt voor op het laatste werk van M. B. (thans Academia, afkomstig uit S. Pietro di Castello te Venetië); het is gedateerd 1520. In dezen tijd valt Carpaccio’s voorbeeld niet te miskennen. B.’s kleur is echter donkerder en zwaarder, zijn teekening flauwer. Voor zoover B. portretten schilderde was hij, evenals A. Vivarini, afhankelijk van het voorbeeld, dat Antonello da Messina had gegeven; B.’s modelé is echter scherper en harder; het laatst gedateerde portret uit de verzameling Morelli te Bergamo is van 1521. Heel wat stukken worden B. met meer of minder recht toegeschreven in de Europeesche Musea, eenige zijn er ook nog gemerkt. Het karakter der echte werken is tamelijk gelijkmatig, soms meer aan Bellini of Carpaccio, soms sterk aan Vivarini herinnerend; een zelfstandig schoolvormend meester is de vruchtbare schilder niet geweest. Voor de lijst zijner werken en de litteratuur vgl. Thieme-Becker's Künstler-lexikon, vooral Lion. Venturi, Le Origini d. Pittura Veneziana 1907.

< >