Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Astragalus

betekenis & definitie

Astragalus - plantengeslacht der Leguminosen, onderfam. Papilionaceeën, een der grootste plantengeslachten, die bekend zijn, met ongeveer 1600 soorten in het Noordelijk halfrond en in de Andes, vooral rijk vertegenwoordigd in de steppengebieden van Klein-Azië. Het zijn kruiden of kleinere heesters met meest gevinde bladeren, waarvan bij sommige soorten de bladsteelen hard en doornachtig worden, en na het afvallen van de blaadjes de plant blijven bekleeden als lange dorens. De bloemen staan meest in trossen of aren.

In Nederland komt alleen voor A. glycyphyllos, de Hokjespeul, op enkele plaatsen in Limburg en Gelderland. Verschillende soorten o.a. A. gummifer (zie plaat Steppenplanten fig. 2), in Syrië, Perzië, Armenië en andere deelen van KleinAzië leveren Tragacanth, een soort van gom. Van A. balticus, een kruidachtige plant uit Zuid-Europa, worden de zaden als surrogaat voor koffie gebruikt.

< >