Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aetherische oliën

betekenis & definitie

Aetherische oliën - vluchtige oliën. Vele planten bevatten in hare verschillende deelen, zooals bloemen, vruchten, bladeren, stam en wortels riekende stoffen. Deze komen zoowel voor in vrijen toestand, in den vorm van oliedruppels, welke men of vrij in het celweefsel of in bepaalde cellen of gangen aantreft, als gebonden in reukelooze verbindingen — meest glucosiden — waaruit ze door hydrolytische splitsing vrij gemaakt worden. Deze oliën, welke zich van de vette oliën onderscheiden door hare vluchtigheid, dragen daarom den naam van aetherische oliën.

De versch. bereidingswijzen ervan berusten òf op hare vluchtigheid òf op hare oplosbaarheid in sommige oplosmiddelen, terwijl in zeer enkele gevallen mechanische methodes toegepast worden om ze te verkrijgen. 1) Bereiding van vluchtige oliën door destillatie met waterdamp. De, zoo noodig, eerst behoorlijk fijn gemaakte grondstof wordt in een destilleerketel met water direct of met behulp van stoom gedestilleerd. Met den waterdamp gaat de a. in dampvorm door een met koud water afgekoelde koelhuis. In den ontvanger, welke gewoonlijk bestaat uit een Florentijnsche flesch, verzamelt zich de olie als een laag, op de oppervlakte van het water, indien zij lichter, op den bodem, indien zij zwaarder is, en kan dan gemakkelijk worden afgescheiden. Het water wordt soms nog afzonderlijk gedestilleerd om de olie, die er in opgelost is, te winnen. Verschillende vluchtige oliën zouden echter door de behandeling met stoom eene ongewenschte verandering ondergaan, zooals de olie uit jasmijn, viooltjes, tuberosen, oranjebloesem; daarom past men in die gevallen de enfleurage of de extractie-methode toe.

2) Bereiding van vluchtige oliën door enfleurage. Men maakt hierbij gebruik van de eigenschap, dat vetten de welriekende bestanddeelen der bloemen oplossen en bestrijkt glazen platen, die in houten lijsten gevat zijn (chassis), met zeer zuiver reukeloos vet, meestal een mengsel van rundertalk en reuzel. Op de vetlaag spreidt men voorzichtig de bloemen uit en zet dan een groot aantal van zulke chassis op elkaar. Na 24-72 uur, naar gelang van de bloemsoort, worden de bloemen verwijderd en door nieuwe vervangen. Dit herhaalt men — soms wel 3 maal — totdat het vet met reukstoffen verzadigd is. De verkregen pomade, die als zoodanig wel in den handel gebracht wordt, kan nu ter afscheiding van de vluchtige olie eenige malen met sterken alkohol behandeld worden. Deze alkoholische uittreksels heeten „extraits”. Soms trekt men de bloemen ook wel met vetten uit, welke op 60°-70° verhit zijn; men spreekt dan van enfleurage à chaud.
3) Bereiding van a. door extractie. Bij deze methode trekt men de plantendeelen met vluchtige oplosmiddelen zooals aether, benzine, chloroform, enz. uit. Meestal maakt men van een benzine (petroleumaether) met een S. G. 0.65 gebruik en verwijdert na de extractie het oplosmiddel door destillatie. Het residu heeft door de uit de bloemen opgeloste vetten, harsen en kleurstoffen een boterachtige consistentie en draagt den naam van „essence concrète”.
4) Bereiding van de vluchtige olie door persing. Deze methode wordt o.a. toegepast om citroen- en bergamot-olie te verkrijgen. De schillen der vruchten worden met de hand uitgeknepen tegen een spons, welke de olie opzuigt.

Wanneer de oliën niet vrij, maar in den vorm van glucosiden voorkomen, dan moet men de plantendeelen eenigen tijd met water in aanraking laten om de meestal tegelijkertijd aanwezige enzymen gelegenheid te geven het glucoside te splitsen.

De a. zijn steeds mengsels van verschillende stoffen. Gewoonlijk worden enkele physische eigenschappen als kleur, reuk, soortelijk gewicht, kookpunt enz. opgegeven bij de beschrijving. De meeste aeth. oliën zijn oplosbaar in alkohol, maar weinig oplosbaar in water, meestal zijn zij lichter dan water. De voornaamste vindt men afzonderlijk in ’t kort vermeld.