Glucosiden - of glycosiden zijn in het algemeen die stoffen, welke onder bepaalde invloeden gesplitst kunnen worden in eene suikersoort en eene andere stof. De splitsing kan zoowel door fermenten als door chemische reagentia, bijv. zuren, tot stand komen. Tot de glucosiden splitsende fermenten behooren b.v. de emulsine en de myrosine. Elk ferment is meestal slechts in staat om een bepaald of althans slechts weinige glucosiden in zijne bestanddeelen te splitsen.
Hoofdzakelijk komen de g. in het plantenrijk voor: in schorsen, bladeren, vruchten, zaden, wortels, doch ook in het dierenrijk heeft men ze aangetroffen. Belangrijke g. zijn o.a. amygdaline, laurocerasine en linamarine, welke tot de blauwzuur-g. behooren. Sommige g. geven bij splitsing aetherische oliën, bijv. gaultherine, waaruit methylsalicylaat ontstaat en myronzuurkalium, waaruit de aetherische mosterdolie gevormd wordt. Het splitsende ferment begeleidt het glucoside gewoonlijk in de plant.
