Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kernicterus

betekenis & definitie

m., afwijking in de hersenen, die gepaard gaat met gele verkleuring van kernen in de middenhersenen.

(e) Bij kernicterus komen bloedkleurstoffen in te grote hoeveelheden in het bloed door afbraak van rode bloedlichaampjes (voor de oorzaken →hydrops foetalis, →erytroblastosis foetalis). Deze afbraak, die leidt tot geelzucht, kan het gevolg zijn van een leverziekte, maar komt vooral voor bij pasgeborenen, en wel ten gevolge van het bestaan van een →resusantagonisme of een stofwisselingsziekte. Spreekt men over kernicterus zonder meer, dan gaat het over pasgeborenen met zó sterke geelzucht dat de bilirubine zich heeft afgezet in de hersenen. De patiëntjes worden eerst geel, later suf en slap, en drinken slecht. Er treden perioden van verhoogde spierspanning op, waarbij de rug overstrekt wordt en het kind met het hoofd achterover boort. In ernstige gevallen treden perioden van ademstilstand op en kan het kind overlijden; het kan ook met restverschijnselen in leven blijven: spastisch, achterblijven in geestelijke ontwikkeling en doofheid.

Kernicterus is nauwelijks te behandelen, wel te voorkomen: wanneer men weet dat er een resusantagonisme bestaat (dank zij goede controle tijdens de zwangerschap) past men onmiddellijk na de geboorte een wisseltransfusie toe, waarbij de gehele bloedvoorraad van de pasgeborene vervangen wordt door bloed zonder de bloedafbrekende resusantistof. Nog omstreden is de behandeling door →lichttherapie, d.w.z. door middel van ultraviolette straling.

< >