bn., 1. (van personen) in paren verdeeld; de gasten kwamen de feestzaal binnen; (in het bijzonder) gehuwd, tot een echtpaar verenigd, ook van dieren, m.n. van vogels die met hun wijfje één nest bewonen; (van zaken) paarsgewijs verenigd; (plantkunde) gepaarde bladeren, paarsgewijze twee aan twee bij elkaar geplaatst; 2. in de verbinding — gaan of zijn met, verbonden zijn aan, vergezeld, samengaan met: de brand en het daarmee — gaande verlies van zijn bibliotheek; dat gaat met grote kosten -.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk