Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

afbraak

betekenis & definitie

afbraak - af'braak, v./m. (geen mv.), 1. het slopen, het afbreken of gesloopt-worden; een huis voor — verkopen, verkopen om gesloopt te worden; 2. ontleding van zeer samengestelde chemische verbindingen tot meer eenvoudige; 3. stenen, pannen, balken, planken, ijzerwerk van afgebroken gebouwen; overblijfselen van gesloopte schepen.