(zat in, heeft ingezeten), (onoverg.) 1. zitten in iets; 2. hij zit ermee in, hij is verlegen met de zaak, ze baart hem veel zorg; hij zit erover in, hij is er bezorgd over, is bang dat het niet goed zal gaan; ik heb erg over je ingezeten, in angst voor je gezeten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk