Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

inzicht

betekenis & definitie

o. (-en),

1. (eig.) gezicht naar binnen of binnenin iets;
2. blik, kijk met het oog van de geest in de aard of het wezen van iets, intellectuele beheersing van een samenhang, begrip (e): hij heeft een goed — in de zaak; bij hogere dieren kan men ook van — spreken;vermogen om in te zien: geleid door een vaste wil en een juist—;
3. besef, m.n. omtrent een zedelijke gesteldheid: tot het — komen van zijn dwalingen;ook alleen tot — komen;
4.wijze van iets in te zien, beschouwing, opvatting: verschil van -; naar zijn —; (concreet) mening: kent u zijn — daaromtrent?; iemands inzichten delen.

(e) Inzicht is niet alleen het begrijpen en zich eigen maken van de kernpunten van een samenhang, maar tevens het intellectueel en intelligent kunnen hanteren van die samenhang. Inzicht kan onmiddellijk optreden of na een zoekperiode. Wordt het in een leerproces verworven, dan heeft h. zich vaster in het geheugen geprent dan de resultaten van →inprenting. Onderwijs dient derhalve gericht te zijn op het verwerven van inzicht,