Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kijk

betekenis & definitie

m. (g. mv.),

1. het kijken; wijze van kijken;
2. het waarnemen, m.n. met betrekking tot de conclusies die men trekt: zijn – op het leven; een eigen – op iets hebben, een eigen wijze van zien, inzicht, een eigen mening; hij heeft daar wel – op, kan dat (van tevoren) wel beoordelen, schatten;
3. gelegenheid om te kijken of te bekijken: dat geeft je een – op die vroegere toestanden; daar is geen – op, geen uitzicht, weinig kans op;
4. het bekijken, resp. bekeken worden: iets te – zetten; met iets te – lopen, om het te laten zien; weten wat er te – is, wat er zoal (op een bepaald gebied) bestaat; te – zitten, staan, zó dat men door iedereen gezien kan worden.