v./m. (-en), kerk of kapel opgericht boven het graf van een heilige, martelaar of vorstelijk persoon.
(e) Grafkerken zijn meestal voorbeelden van →centraalbouw: rond of in de vorm van het Griekse kruis. De Heilig-Grafkerk te Jeruzalem (4e eeuw) werd gebouwd op de plaats waar de traditie het graf van Christus situeert.