Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gewaad

betekenis & definitie

o. (gewaden),

1. kleding die een bepaalde indruk op de beschouwer maakt, hetzij als geheel (kledij) of als voorwerpsnaam; in de laatste betekenis meestal voor opperkleed: haar — was van lichtblauwe zijde; een lang, een eenvoudig —; kleurige gewaden; het geestelijk aantrekken, geestelijke worden;
2. (fig.)b.v. in toepassing op de taal waarin men een schrijver die vertaald wordt, overbrengt: Shakespeare in een Nederlands —;
3. (bij vergelijkingen) dos, omhulsel, tooi: het boek is in een keurig gestoken, fraai gedrukt en gebonden; de aarde in het lieflijk van de lente;
4. zekere eenheid waarmee kooikers en poeliers rekenen: de prijs van de eenden was f75 per 100 gewaad, per 100 hele eendvogels.