Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kleding

betekenis & definitie

v. (g. mv.), 1. het kleden, het beof omkleden; inkleding; 2. het zich kleden; wijze, trant van gekleed gaan (e): hij viel op door zijn —; — naar maat.

(e) Kleding wordt gebruikt om het lichaam te bedekken; de lichaamswarmte wordt hiermee geregeld en het lichaam beschermd. Wollen stoffen bevatten meer lucht, die de warmte vasthoudt, en zijn daarom warmer dan glad geweven stoffen zoals linnen, katoen, zijde en vele kunstvezels. Gebreide stoffen bevatten meer lucht dan geweven stoffen. Door verscheidene lagen van kleding wordt de vastgehouden luchtmassa vergroot en daardoor de lichaamswarmte beter behouden. Bij snelle voortbeweging (motorrijders, bromfietsers) is bedekking met een niet-doordringbare stof (leder, rubber) nodig om sterke afkoeling tegen te gaan. De warme luchtlaag in de kleding is vochtiger dan de omgevende lucht.

De kleding wordt mede beheerst door -→mode en sport. Niet altijd strookt modekleding met de eisen van hygiëne en nut. De kunststofindustrie heeft zeer veel nieuwe stoffen voor kleding vervaardigd. Daarvan zijn er nogal wat die inzake de uitwaseming veel te wensen over laten, hoewel langzamerhand verbetering optreedt. Bij sommige kleding is de beschermende functie dominerend, b.v. bij regenkleding, (asbest-) brandweerkleding, stofjassen. Aan deze werkkleding moeten bijzondere eisen gesteld kunnen worden.

De aard van de kleding hangt af van het klimaat waarin men leeft, van de volksgewoonten en de graad van ontwikkeling van het land. Kleding heeft ook op veel plaatsen een belangrijke sociale betekenis: aan de aard kan men vaststellen wat de sociale positie van iemand is, terwijl ook bepaalde sociale gebeurtenissen aan de kleding kunnen worden afgelezen (→klederdracht). De kleding in hooggeïndustrialiseerde landen is georiënteerd op de (westerse) mode. In een ontwikkelingsland dat snel industrialiseert, ziet men dat de rijker wordende elite op de westerse kledij overgaat, terwijl het arme deel van de bevolking het langst de traditionele kleren blijft dragen. Een aparte functie in de kleding heeft het uniform, vooral in de zin van beroeps- en vakkleding, maar tevens als kenmerkende kleding van b.v. sportlieden, militairen, leden van muziekverenigingen.