Synoniemen zoeken
Synoniem van gewaad
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gewaad
gewaad - ruim, los vallend kledingstuk met een zekere allure; het reikt van het hoofd of de hals tot het bovenbeen of lager. In archaïstische stijl: kleed. De alb(e) is een wit linnen gewaad dat in de rooms-katholieke eredienst wordt gedragen door de voorganger en zijn assistenten. Een overkleed is een gewaad dat - binnenshuis of buitenshuis - wordt gedragen over andere kleren heen; de kaftan of, in informele stijl, soepjurk is lang, heeft mouwen en wordt in het Midden-Oosten gedragen. Hoogleraren, rechters, geestelijken en advocaten dragen als ambtskleding een toga. Reikt de toga tot de enkels, zijn de mouwen kort en is de drager een rooms-katholieke wereldgeestelijke, dan heet hij toog of soutane. De toga van Sinterklaas heet tabberd of tabbaard. Opperkleed noemt men het buitenste gewaad zoals gedragen door kloosterlingen en Oudtestamentische profeten. De pij of het habijt is het opperkleed van een kloosterling. Boetelingen hullen zich in een boetekleed of boetegewaad, diakenen in de Latijnse liturgie in een dalmatiek, subdiakenen in een tuniek of tunica. Een ander liturgisch gewaad is de kazuifel, het gewaad van de bisschop of priester tijdens de katholieke eucharistieviering. Mantelvormig is de koorkap of pluviale; dit gewaad dragen priesters bij processies, vespers, het lof en dergelijke. De paus (of een bisschop) kleedt zich bij plechtigheden in een pontificaal. Buiten de eucharistieviering draagt de voorganger bij de rooms-katholieke eredienst een tot de knieën reikende witte superplie, die lange mouwen heeft. Indiase vrouwen dragen een sari: een grote lap die om het lichaam soms ook over het hoofd - wordt gewikkeld. De oude Grieken droegen een peplos; deze reikte tot de voeten en werd op de schouder vastgehouden met een speld. Doden wikkelt men in een doodskleed, lijkkleed, lijkwade of doodswade. 's Nachts of 's ochtends dragen vrouwen een négligé.
Zie: kledingstuk.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gewaad
gewaad - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-waad
1. kledingstuk dat lijkt op een jurk
♢ hij droeg een prachtig versierd gewaad
Zelfstandig naamwoord: ge-waad
het gewaad
de gewaden