Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie O
- ondubbelzinnig
- onduidelijk
- ondulatie
- onduleren
- onduline
- one man show
- one—step
- onecht
- onechtheid
- oneconomisch
- onedel
- oneens
- oneer
- oneerbaar
- oneerbiedig
- oneerlijk
- oneerlijke concurrentie
- oneervol
- oneffenheid
- Onega
- Onegameer
- oneigenlijk
- oneigenlijk spaargeld
- ONeill, Eugene Gladstone
- ONeill, Terence Marne
- oneindig
- oneindigheid
- Oneken
- onenig
- onenigheid
- onera
- onereren
- onereus
- Onerva
- onervaren
- onesthetisch (onestetisch)
- Onetti
- oneven
- onevenhoevigen
- onevenredig
- oneventenigen
- onevenwichtig
- onfatsoenlijk
- onfeilbaar
- onfeilbaarheid
- onfortuinlijk
- onfris
- ong
- ongaarne
- ongans
- ongastvrij
- ongeacht, (voorzetsel)
- ongeacht, (zonder aanzien)
- ongearticuleerd
- ongebaand
- ongebleekt
- ongeblust
- ongebonden
- ongeboren
- ongebreideld
- ongebruikelijk
- ongebuild
- ongeciviliseerd
- ongecompliceerd
- ongedaan
- ongedeerd
- ongedekt
- ongedesemd
- ongedierte
- ongeduld
- ongeduldig
- ongedurig
- ongedwongen
- ongeëvenaard
- ongeflatteerd
- ongefrankeerd
- ongegeneerd
- ongegrond
- ongegronde verrijking
- ongegrondverklaring
- ongehinderd
- ongehoord
- ongehoorzaamheid
- ongehuwd
- ongehuwde-moederzorg
- ongein
- ongekend
- ongekleed
- ongekleurd
- ongekrenkt
- ongekreukt
- ongekuist
- ongekunsteld
- ongel
- ongeldig
- ongelegen
- ongeletterd
- ongelezen
- ongelijk (bn. en bw.)
- ongelijk (o.)