volgens De Ned. Bank dat gedeelte van de spaartegoeden (en sedert 1978 ook particuliere deposito’s) bij handelsbanken waaraan meer liquiditeitsdan spaarmotieven ten grondslag liggen en dat tot de secundaire liquiditeiten wordt gerekend. Bij een omloopsnelheid van 0,5 of minder (gemiddelde rusttijd van twee jaar of langer) worden de spaartegoeden ten volle als eigenlijk spaargeld of lange middelen aangemerkt. Naarmate de omloopsnelheid hoger ligt, wordt een toenemend gedeelte als oneigenlijk spaargeld of macro-economische liquiditeit aangemerkt en vanaf een omloopsnelheid van twee (rusttijd zes maanden of korter) geheel.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk