Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ongehoord

betekenis & definitie

bn. en bw.,

1. zonder gehoord (aangehoord) te zijn: iemand ongehoord veroordelen;
2. (-er, -st), nog nooit te voren gehoord, vernomen; zonderling, vreemd: dat is vreemd en ongehoord;
3. buitengemeen in zijn soort, altijd in ongunstige zin: een ongehoorde prijs vragen; zelfst.: dat is iets ongehoords.