opdonderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-don-de-ren
1. weggaan (plat)
♢ wil je wel eens opdonderen!
Regelmatig werkwoord: op-don-de-ren
ik donder op (... ik opdonder)
jij/u dondert op (... jij opdondert)
hij/zij dondert op (... hij opdondert)
wij/zij/jullie donderen op (... wij opdonderen)
ik/jij/u/hij/zij donderde op (... ik opdonderde)
wij/zij/jullie donderden op (... wij opdonderden)
hij is opgedonderd
Synoniemen
oplazeren, oprotten, opsodemieteren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk