eens - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord
1. op een keer
♢ eens komt er een eind aan
2. nog één keer
♢ deze ruimte is eens zo groot als de vorige
3. dezelfde mening hebben
♢ we zijn het weer eens met elkaar
4. het goed vinden, ermee akkoord gaan
♢ ik ben het er niet mee eens
Algemene uitdrukkingen:
1. dat zou best eens kunnen
[dat kan wel zo zijn]
2. wacht eens
[laat me even nadenken]
Bijwoord: eens
Bijvoeglijk naamwoord: eens
Synoniemen
ooit
Tegenstellingen
nooit, oneens
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk