Gepubliceerd op 01-12-2020

saneringsgebied

betekenis & definitie

1 bij ministerieel besluit krachtens art. 55 van de Wet inzake de luchtverontreiniging aangewezen gebied, waar geregeld ernstige luchtverontreiniging optreedt. Tot dusverre is alleen het Rijnmondgebied als zodanig aangewezen.

2 Gebied waar een proces van gezondmaking en herstel van de leefomstandigheden tot stand wordt gebracht. In het algemeen spreekt men van saneringsgebieden in een stedelijk leefmilieu dat door wat voor oorzaken dan ook in de verdrukking is geraakt. In steden die rond 1900 onder invloed van de industriële revolutie sterk uitbreidden, werden in hoog tempo vele tienduizenden eenvoudige woningen gebouwd. Deze zijn reeds lang aan verbetering of vervanging toe, want zij vertonen bouwtechnische gebreken en missen een aantal essentiële (b.v. sanitaire) voorzieningen. Deze 19e- en vroeg 20eeeuwse wijken liggen vaak als een gordel om de oude stadscentra, met nauwe straten ertussen en vrijwel geen groen; mede daardoor voldoet de toelating van licht en lucht niet aan de huidige eisen. Het verkeer wringt zich met moeite door deze gebieden, parkeren vormt een probleem en met de veiligheid van voetgangers en spelende kinderen is het slecht gesteld. Vaak ontbreekt ook de ruimte voor gemeenschappelijke voorzieningen. In brede zin laat de kwaliteit van de directe woonomgeving dus ernstig te wensen over.

In het stedelijk leefmilieu moet sanering vooral gezien worden in relatie met de stads- en dorpsvernieuwing. In het kader van het Besluit bijdragen reconstructie- en saneringsplannen, de 80 %-regeling, wordt het de gemeenten met steun van het Rijk mogelijk gemaakt te komen tot reconstructieplannen en tot projecten voor reconstructie en sanering van de bebouwde kom. Deze regeling voorziet in een rijksbijdrage van 80 % van de aankoopkosten van onroerend goed door gemeenten, van 80 % van de excessieve sloopkosten en van 50 % van de kosten van bijzondere openbare werken die noodzakelijk zijn. Tevens is de regeling bestemd om b.v. de aankoop van lege fabriekscomplexen mogelijk te maken, indien de gemeenten daar woningen willen bouwen.

Ook een combinatie met andere regelingen kan bijdragen tot verbetering van het stedelijk leefmilieu. Van het voormalige Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne stamt de bijdrageregeling Sanering van milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving. De nota beschrijft de problematiek van de teruggang van het stedelijk leefmilieu, vooral van dat in de oude wijken, waar wonen en werken niet meer samengaan. Aspecten van onveiligheid, hinder, overlast, aantrekken van verkeer, visuele vervuiling beperken de woonfuncties zo sterk, dat alleen door verplaatsing van de betrokken bedrijven of door het treffen van bijzondere voorzieningen weer een verantwoord woon- en leefmilieu kan worden gerealiseerd. Ook in het kader van de Wet geluidhinder bestaat de mogelijkheid om die woonsituaties te saneren waarbij er sprake is van overmatige geluidsoverlast. De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing regelt meer algemeen hoe de gemeenten geldelijke steun kunnen krijgen ter tegemoetkoming in de kosten van het gemeentelijk beleid terzake.

In het landelijk gebied zullen soms in stiltegebieden op basis van genoemde wet saneringsoperaties moeten worden ingesteld. Sanering van het milieu kan echter ook op andere gebieden betrekking hebben: het herstellen van natuurgebieden door landschapsonderhoud, het saneren van een verontreinigde bodem, het schoonmaken (o.a. door acties van de lokale bevolking) van rivieren, meren en ander oppervlaktewater.

Sinds de aan het licht gekomen bodemverontreiniging onder een nieuwbouwwijk in Lekkerketk, is er steeds meer aandacht geschonken aan de mogelijke consequenties van het storten van chemisch afval.

De bodemverontreiniging in de Volgermeerpolder bij Broek in Waterland was vooral van betekenis voor in de nabijheid gelegen natuurgebieden. Rapportage door gemeenten toonde aan dat op meer dan 4000 plaatsen in Nederland de bodem op deze wijze min of meer ernstig is vervuild. Omdat de financiële en technische middelen beperkt zijn, zal de noodzakelijke sanering gefaseerd moeten plaatsvinden. Vooral de nabijheid van woongebieden, waterwingebieden en waardevolle natuurgebieden zal bepalend zijn in de prioriteitenstelling. In het algemeen zal de kwaliteit van de bodem zijn bescherming vinden in de Wet bodembescherming. Als gevolg van de gifschandalen kwam de roep om een snellere aanpak in noodsituaties. Als reactie daarop werd in korte tijd het wetsontwerp Interimwet bodemsanering uitgebracht.

In Vlaanderen spreekt men niet van saneringsgebied maar van herwaarderingsoperaties en -gebieden. Het stadsvernieuwingsbesluit van de Vlaamse Executieve (2.6.1982; l.gew. 30.3.1983) voorziet in een extra financiële steun voor de renovatie van verpauperde wijken. Zo’n herwaarderingsgebied komt in aanmerking voor een stads- of dorpsherwaarderingsoperatie, en wordt afgebakend op basis van ruimtelijke en maatschappelijke kenmerken.

Voor de uitvoering ervan geven de gewesten een toelage aan de plaatselijke sociale huisvestingsmaatschappijen en intercommunales. Voor particulieren bestaat een renovatiepremie. Voorbeelden van herwaarderingsoperaties in België zijn die in Hoboken (in verband met loodverontreiniging) en Tessenderlo.