Gepubliceerd op 01-12-2020

ruigtekruiden

betekenis & definitie

hoogopschietende, overjarige kruiden. Ruigtekruiden groeien op voedselrijke plaatsen waar de mens niet te veel ingrijpt en op plaatsen waar organisch materiaal ligt en langs rivieren en meren.

Voorbeelden hiervan zijn de overgang van grasland naar struweel of bos, de overgang van water naar land (oevers van sloten, rivieren en meren), verwaarloosde plaatsen waar veel mineralen voorkomen, vuilnisbelten en vooral langs bermen en spoorwegtaluds.Ruigtekruiden die op natte en vochtige plaatsen voorkomen,zijn o.a. moerasspirea, echte valeriaan, kattestaart, rietgras, harig wilgeroosje en gewone en grote engelwortel. Op drogere plaatsen vindt men o.a. marjolein, agrimonie, leverkruid, verschillende soorten toortsen en dauwbraam. Op stikstofrijke bodems vindt men o.a. akkerdistels, grote brandnetel, fluitekruid en bereklauw. Ruigtekruiden geven vaak een aantrekkelijk aanzien aan het landschap. Zij zijn van belang voor vele insekten (vlinders, vliegen, hommels, bijen en kevers), die er voedsel vinden. In de herfst bieden zij vooral voedsel aan zaadetende vogels.