aanduiding voor een milieu dat, onbedoeld, sterk door menselijke invloed is verrijkt met mineralen (vooral stikstof). Planten die in dat milieu voorkomen, noemt men ruderale planten.
Zij groeien op een plaats waar zij van nature niet thuishoren. Menselijke invloeden die het ontstaan van een ruderaal milieu kunnen veroorzaken, zijn o.a. betreding, graven in de bodem, bodemvervuiling, storten van afval of puin, plotselinge waterstandsveranderingen. Ruderale terreinen vindt men vooral bij woningbouw, bij inrichting van industrieterreinen, bij wegenaanleg en bij vuilnisbelten.Er zijn verschillende typen ruderale milieus afhankelijk van de oorzaak van hun ontstaan, de vochtigheid en het bodemtype (zand, klei, veen). De begroeiing bestaat vaak uit ruigtekruiden en uit planten die aangepast zijn aan betreding en aan een bodem die met stikstof is verrijkt. Voorbeelden zijn brandnetels en enkele ganzevoetsoorten, maar ook adventiefplanten als doornappel en bilzekruid. Dikwijls treft men ook exoten aan. In ruderale milieus waar de stikstofverrijking minder groot is, kunnen veel verschillende soorten planten staan. Er komen dan vaak ook veel soorten insekten en vogels voor. Wanneer de verrijking van mineralen erg groot is, komen er meestal maar weinig plantesoorten voor, waaronder vooral de grote brandnetel.
