Gepubliceerd op 01-12-2020

overbevissing

betekenis & definitie

situatie waarin een natuurlijke visstand door de mens te intensief geëxploiteerd wordt. Bij overbevissing van een vissoort zal bij vergroting van de visserij-inspanning de totale vangst niet toenemen, maar constant blijven of zelfs dalen; hierbij neemt de vangst per schip af.

In de Noordzee zijn verschillende soorten overbevist door de vloten van vrijwel alle omliggende landen. Dit was al voor de Eerste Wereldoorlog het geval ten aanzien van schol en schelvis. Sindsdien zijn ook tong en vooral haring overbevist, terwijl kabeljauw bedreigd wordt. Ook aan de kabeljauwoorlog tussen Groot-Brittannië en Ijsland (1973) lag de overbevissingsproblematiek ten grondslag. Buiten Europa heeft m.n. Indonesië te kampen met overbevissing. Met goedkeuring van de Indonesische overheid vissen Japanse trawlers in de territoriale wateren, waardoor de plaatselijke bevolking met hongersnood bedreigd wordt.

Tussen de twee uitersten van totaal niet vissen en een populatie uitroeien, ligt een scala van mogelijkheden om een vissoort te exploiteren. Het verband tussen vangst en visserij-inspanning (b.v. het aantal schepen dat op die soort vist) kan weergegeven worden door een maximumkromme. De ligging van het maximum hangt af van groei en voortplanting van de vispopulatie, maar ook van de wijze van bevissing.

Door b.v. de maaswijdte van de netten te veranderen, zullen nl. de overlevingskansen van de jonge vis veranderen. Bij elke maaswijdte behoort een andere vangstkromme. Biologische overbevissing is de situatie waarbij de visserij-inspanning groter is dan nodig is om de maximum vangst bij de gebruikte maaswijdte (ook wel de maximum sustainable yield genoemd) te behalen. Om uit deze toestand van overbevissing te geraken, moet men de visserij-inspanning verminderen, door minder schepen in te zetten, of door het verhogen van de wettelijke minimum maaswijdte. Vangstbeperking d.m.v. quota is daartoe een indirect middel.

Op basis van de gemiddelde groei in gewicht van een vis en de kans dat hij een natuurlijke dood sterft of in de vangst terechtkomt, kan een schatting gemaakt worden van de opbrengst in gewicht per oorspronkelijk individu bij verschillende maaswijdten en visserij-inspanningen: de yield per recruit. Aan de hand hiervan kan men groeioverbevissing definiëren als de situatie waarbij de visserij-inspanning groter is dan noodzakelijk is om een maximale yield per recruit te verkrijgen bij die maaswijdte. Deze situatie is economisch nadelig voor de visserij, maar hoeft niet per se schadelijk te zijn voor de visstand: vele soorten kunnen een sterke mate van groeioverbevissing onbeperkt verdragen. Een populatie kan zich alleen blijven handhaven door voortplanting; de toevloed van jonge individuen (de recruitment of rekrutering) hangt af van de grootte van de paaipopulatie. Neemt de paaipopulatie door de visserij af, dan blijven er meer nakomelingen in leven dan nodig zijn om de populatie op dat nieuwe peil te handhaven: de stand neigt tot herstel. Wordt de paaipopulatie echter zo sterk aangetast dat het aantal nakomelingen vermindert, dan ontstaat een kritieke situatie, doordat dit het negatieve effect van de visserij op de paaipopulatie versterkt: de populatie komt in een neergaande spiraal.

Het niveau waarop dit plaats zal vinden, is niet bij voorbaat te voorspellen, maar elk teken van een blijvende afname in het aantal nakomelingen wijst op die mogelijkheid. Men spreekt dan van recruitment-overbevissing. De ernst van deze toestand maakt drastische maatregelen, zoals sluiting van de visserij, noodzakelijk ten einde de visstand de gelegenheid tot herstel te bieden.

Als men de visserij als uitgangspunt neemt, kan men van economische overbevissing spreken, wanneer het optimale rendement van een visserij is overschreden. Het economische model zelf is echter sterk afhankelijk van het integratieniveau waarop men de situatie bestudeert: voor de individuele visser spelen andere factoren een rol dan voor de bedrijfstak als geheel, terwijl op nationaal en internationaal niveau weer geheel andere factoren van toepassing zijn. Economische overbevissing is daardoor een rekbaar begrip.

De verschillende definities van overbevissing vertonen een duidelijke samenhang, maar zij hoeven niet per se samen te gaan. De meeste commercieel belangrijke vissoorten produceren een overvloed aan eieren. Groeioverbevissing treedt in dat geval eerder op dan recruitment-overbevissing. Bij soorten met weinig nakomelingen, zoals walvissen en haaiachtigen, kan de situatie echter omgekeerd zijn. Hoewel het laten voortduren van een, voor de visstand in beginsel onschadelijke, situatie van groeioverbevissing vanuit economisch oogpunt wenselijk kan zijn, kan gesteld worden dat elke vorm van recruitment-overbevissing economische overbevissing inhoudt.