Gepubliceerd op 01-12-2020

landbouwemissie

betekenis & definitie

alle beweging van stoffen toegevoegde hulpstoffen zowel als hun metabolieten vanuit de landbouwkundige produktiesfeer naar andere delen van het milieu, zoals het ‘onbeïnvloede’, natuurlijke en het urbane milieu, inclusief de mens. Deze definitie werd opgesteld door het Curatorium Landbouwemissie, dat in 1973 in Nederland door de minister van Landbouw werd ingesteld en in 1980 een inventariserend rapport uitbracht.

Dit rapport begrenst de agrarische produktiesfeer naar de compartimenten lucht, water en de bodem als volgt. Voor de lucht wordt de grens gelegd op ca. 1-2 m boven het gewas. Alhoewel tot het watercompartiment alle oppervlaktewater in de zin van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren behoort, worden greppels en tijdelijk afwaterende sloten tot de agrarische produktiesfeer gerekend. Verplaatsing van stoffen daar naartoe geldt daarom niet als landbouwemissie. De bodembegrenzing wordt gegeven door de bewortelde zone, d.w.z. de bodemlaag tot een diepte van ca. 1 m. Volgens de definitie behoort uitspoeling uit deze zone wel tot landbouwemissie, accumulatie daarin niet.

Indien echter een dergelijke accumulatie na veranderend grondgebruik met andere dan agrarische bestemming tot problemen leidt door de aanwezigheid van ongewenste residuen, wordt dit als een gevolg van landbouwemissie beschouwd. Ook de afvoer buiten het bedrijf van residuen van b.v. bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen via plantaardige en dierlijke produkten hoort tot landbouwemissie. Genoemde inventarisatie verdeelt de beschouwde stoffen in drie hoofdgroepen:1. bestrijdingsmiddelen;
2. veevoederadditieven en diergeneesmiddelen;
3. meststoffen.

Een belangrijk onderscheid hierbij is dat de eerste en tweede groep vooral betrekking hebben op synthetische organische verbindingen die biologisch actief zijn en vaak als min of meer milieuvreemd kunnen worden beschouwd. Meststoffen zijn dit niet, maar kunnen bij overmatige aanwezigheid bijdragen aan de eutrofiëring van oppervlaktewater. Naast genoemde groepen van stoffen spelen ook het gebruik van fossiele brandstoffen, geluidshinder en het ontstaan van stank een rol. Het doelgerichte gebruik van de betrokken stoffen kan leiden tot landbouwemissie door residuvorming of anderszins (b.v. uitspoeling, vervluchtiging). Daarnaast kan landbouwemissie optreden als gevolg van contaminaties via een onbedoelde, en vaak niet geheel te vermijden, introductie van stoffen in de landbouwkundige produktie; dit geldt b.v. voor besmetting van veevoedergrondstoffen als gevolg van onjuiste produktiemethoden in het gebied van herkomst, of als gevolg van vorming van ongewenste stoffen door onjuiste omstandigheden tijdens opslag en transport. Voorbeelden van landbouwemissies, onderscheiden naar verschillende richtingen waarin de emissie tot stand komt, zijn:

1. emissie naar de lucht:
a. door verspuiten en vernevelen (in het bijzonder bij bespuiting vanuit vliegtuigen) van gewasbeschermingsmiddelen;
b. ontwijking van grondontsmettingsmiddelen bij fumigatie;
c. stank als gevolg van intensieve veehouderij, zowel vanuit de stallen als bij het uitrijden van mest;
d. verbrandingsgassen van de verwarmingsinstallaties van de glasteelt;
2. emissie naar het water:
a. afstroming van b.v. nutriënten, bij onvoldoende mogelijkheid tot afvoer van vocht naar diepere bodemlagen (bevroren ondergrond, hevige neerslag in combinatie met terreinhelling e.d.);
b. uitspoeling naar het grondwater;
c. gebruik van middelen ter bestrijding van waterplanten, indien residuen daarvan elders terechtkomen;
d. reiniging van bespuitingsapparatuur;
3. emissie naar de natuurlijke flora en fauna:
a. depositie van ammoniumstikstof door verspreiding via de lucht in voedselarme natuurgebieden;
b. accumulatie via voedselketens van zaaizaadontsmettingsmiddelen (kwik) of b.v. DDT;
4. emissie via landbouwprodukten:
a. gewasbeschermingsmiddelen, veevoederadditieven en diergeneesmiddelen die het bedrijf via produktafvoer verlaten;
b. diëldrin, door toepassing van zuiveringsslib in bodem en gewas terechtgekomen, en vervolgens in de melk van het vee.

Het spreekt voor zich dat de mate waarin bepaalde vormen van landbouwemissies in een bepaald gebied optreden, sterk gerelateerd is aan de agrarische bedrijfsvormen die in het desbetreffende gebied worden uitgeoefend.