Gepubliceerd op 01-12-2020

epidemie

betekenis & definitie

het (tijdelijk) massaal in een gebied optreden van een ziekte. Aanvankelijk werd de term epidemie uitsluitend gebruikt bij besmettelijke ziekten die in een streek niet inheems waren, en die zich snel onder grote groepen mensen verspreidden, en daarna (vrijwel) geheel verdwenen.

Geleidelijk is het begrip epidemie uitgebreid. Het wordt nu ook vaak gebruikt bij nietbesmettelijke aandoeningen, zoals maagzweer, hart- en vaatziekten, kanker, en bij verschijnselen zoals alcoholisme.Statistisch onderzoek heeft aangetoond dat voor een epidemie van een infectieziekte niet aliijd de massaliteit en het korte tijdsbestek karakteristiek zijn. Soms treden er een zeer geleidelijke stijging en daling op, die zich over tientallen jaren kunnen uitstrekken. Vaak is de besmetting niet massaal en wordt maar een vrij gering aantal mensen getroffen door de ziekte. Een epidemie treedt op wanneer de ziekmakende stof grote aanvalskracht bezit of in zeer ruime mate aanwezig is. Epidemieën van besmettelijke ziekten zoals cholera en tyfus komen in Europa, Noord-Amerika en Australië weinig of niet meer voor. De weerstand tegen besmettelijke ziekten heeft men kunstmatig door immunisaties en door verbetering van de hygiëne in deze landen weten te verhogen. Wel komen in deze landen nog grote epidemieën voor van minder ernstige besmettelijke ziekten, zoals influenza (Aziatische griep in 1957 en Hongkong-griep in 1968), terwijl zich af en toe ook kleine epidemieën van o.a. paratyfus, poliomyelitis en tuberculose voordoen.

Wanneer een ziekte lange tijd in een bepaald gebied blijft heersen, is er sprake van een endemie. Als een epidemie zich over grote gedeelten van de aarde uitbreidt, spreekt men van een pandemie. Epidemiologie is de wetenschap die onderzoekt hoe ziekten zich verspreiden en welke factoren daarop van invloed zijn.